De mortaliteit door ischemische beroerte is in 1980-2000 gestaag gedaald. En hoewel die sterftedaling in het nieuwe millennium verder versnelde, bleef de beroerte-incidentie in 1997-2005 gelijk. ‘Dit is zorgwekkend,’ melden Ilonca Vaartjes (Julius Centrum, Utrecht) en collega’s, ‘omdat ischemische beroerte op dit moment al een belangrijke oorzaak is van invaliditeit en voor een zware menselijke en economische last zorgt.’
Recente analyses laten zien dat in West-Europa de mortaliteit door beroerte gedaald is. ‘Of deze trends voornamelijk gunstige veranderingen in risicofactoren weerspiegelen, of verbeterde acute behandelingen en secundaire preventie, dat is niet duidelijk.’
De onderzoekers beschrijven daarom in het blad Stroke hoe zij met gegevens van CBS (sterfte aan ischemische beroerte in 1980-2010), data uit bevolkingsregisters en cijfers over ziekenhuisontslagen (Landelijke Medische Registratie) aan de slag gingen De daling in mortaliteit door ischemische beroerte in 1980-2000 vlakte in de jaren 90 iets af in sommige leeftijds- en seksegroepen. Na het jaar 2000 nam de mortaliteit nog sterker af, behalve bij jonge mannen. Ook de 30-daagse letaliteit en de 1-jaarsmortaliteit na een ziekenhuisopname daalde in bijna alle groepen in 1997-2005. In die periode bleef de incidentie van beroerte echter stabiel, of steeg zelfs licht.
De versnelde daling in mortaliteit is opmerkelijk volgens de auteurs. Mogelijke verklaringen zijn toenames in zorggebruik, aantal cardiovasculaire behandelingen, medicijngebruik en aantal operaties sinds het jaar 2000. Ook verschenen er nieuwe richtlijnen en ‘stroke units’. Als mogelijke verklaring voor de stabiele incidentie geven de auteurs aan dat de diagnostiek is verbeterd, waardoor er na 2000 mogelijk meer patiënten met een beperkte beroerte – en een betere prognose – zijn opgepikt. Omdat leeftijd een risicofactor is voor beroerte en de Nederlandse bevolking alsmaar ouder wordt, is ‘preventie van ischemische beroerte nu van het grootste belang.’
Bron: Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1694/ Lucas Mevius