Afasie is een complexe en voor je gevoel ongrijpbare aandoening. Gelukkig wordt er voortdurend en met volle inzet door o.a de Hogeschool Utrecht, linguisten / logopedisten en andere wetenschappers getracht om meer inzicht te krijgen in de complexe materie van de vele “soorten” afasie. In deze specifieke test gaat het om de mate (en soort) van woordvinding vast te stellen. Wat opvalt is de goede introductie van de test, de introductie c.q. uitleg is primair gericht op de afaticus. Groot lettertype, duidelijk taalgebruik, gebruik van pictogrammen. Motivatie naar de deelnemer, dit document geeft u meer informatie over: Waarom we dit onderzoek doen, wat we van u vragen, als u besluit mee te doen, wat het onderzoek inhoudt. Uw hersenen zijn beschadigd, hierdoor heeft u afasie, en problemen met de taal. U heeft misschien moeite met het vinden van woorden, hoe erg zijn uw woordvindproblemen? We willen onderzoek doen naar: Gebruiken we een goede woordvindtest? Het onderzoek duurt ongeveer 30 tot 90 minuten. Als u moe wordt, stopt u even. U kunt later verdergaan. Er wordt een geluidsopname gemaakt van de testen
De test werd bij ons thuis op een uiterst plezierige wijze en volgens protocol afgenomen door 2 assistenten van Carlijn de Hilster, Manon en Kim. Thea deed haar uiterste best om de vragen goed te beantwoorden, vroeg non verbaal voortdurend om een goed/fout reactie van de interviewsters. ‘s Avonds merkte ik aan Thea dat de test toch wel een behoorlijke inspanning had gevergd.
De test bestaat uit een 4-tal onderdelen, het benoemen van afbeeldingen en woorden matchen.
Test 1; de Dutch Naming Test II (de Nederlandse Benoemtaak). Dit is de test waarbij afbeeldingen op de computer moeten worden benoemd
Test 2; de SAT-verbaal (onderdeel van de Semantische Associatie Test), dit is de test waarbij één uit vier woorden moet worden gekozen, die het beste past bij het middelste woord. Met deze test wordt de semantiek van de taal onderzocht (betekenisleer).
Test 3; de Boston Benoemtaak. Dit is de test waarbij zwart wit afbeeldingen uit een map moeten worden benoemd. Dit is op dit moment de beste benoemtaak die we in Nederland voor handen hebben. Deze test heeft echter een aantal beperkingen (o.a. onduidelijke afbeeldingen, oude items, afgestemd op de Amerikaanse taal). De DNT-II zal deze test vervangen indien de resultaten van het onderzoek laten zien dat het een goede test is.
Test 4; de PALPA (taak 14). Dit is de test waarbij moet worden bepaald of twee woorden op elkaar rijmen. Deze test onderzoekt de fonologie (klankleer) van de taal. Wij zijn blij dat wij kunnen / mogen meewerken aan dit onderzoek, wellicht kunnen de inzichten in de toekomst Thea ook nog van pas komen. Ik ben in ieder geval zeer benieuwd naar de eindrapportage en de conclusies van dit onderzoek.Hoofdonderzoeker: Carlijn de Hilster, Masterstudent Logopediewetenschap, Universiteit Utrecht. Carlijn de Hilster wordt bijgestaan door 4 assistenten. Supervisor: dr. Lizet van Ewijk, hoofddocent/senior onderzoeker Hogeschool Utrecht